De rotsformaties van de berg Serbaïrou


Wanneer men Rennes-les-Bains uitrijdt, komt men een kilometer ten zuiden van het dorp de Serbaïrou tegen. De Serbaïrou is een berg die deel uitmaakt van de cromleck beschreven door Henri Boudet. De berg is zeker een bezoek waard aangezien er talrijke merkwaardige rotsformaties te vinden zijn. Ook vinden we er sporen terug van oude Romeinse mijnbouw.

We gaan even op wandel op de Serbaïrou en nemen u mee naar de belangrijkste punten zoals la Pierre du Pain (de Broodrots), le Dé (de Dobbelsteen), talrijke oude mijnen en de viziersteen zoals beschreven door de Nederlandse Rennes-le-Château onderzoeker Klaas van Urk.

Om de Serbaïrou te bereiken volgt men een wandelpad rechts naar beneden voorbij de brug die richting Sougraigne leidt. Vervolgens moet men daar de rivier de Sals oversteken, hetgeen in de zomer prima gaat via enkele stapstenen in het water van de rivier de Sals. Ten slotte bereikt men dan een eeuwenoud pad waarna de steile klim van de Serbaïrou kan beginnen.

In de zomer kan men de Serbaïrou makkelijk bereiken via talrijke stapstenen in de Sals
In de zomer kan men de Serbaïrou makkelijk bereiken via talrijke stapstenen in de Sals
(Foto © Beauseant 2013)


In de zomer kan men de Serbaïrou makkelijk bereiken via talrijke stapstenen in de Sals
Een eeuwenoud (Keltisch?) pad aan de voet van de Serbaïrou
(Foto © Beauseant 2013)


La Pierre du Pain of de Broodrots

Op de noordelijke helling van de Serbaïrou op ongeveer 390 meter hoogte komen we de eerste merkwaardige rots tegen, namelijk la Pierre du Pain of de Broodrots.

La Pierre du Pain of de Broodrots
La Pierre du Pain of de Broodrots
(Foto © Beauseant 2013)

Het is onduidelijk of Boudet de eerste was die de rots in verband bracht met het uiterlijk van een brood, maar hij doet dit in ieder geval op pagina 245 van La Vraie Langue Celtique:

De vermelding van de Broodrots door Boudet in La Vraie Langue Celtique
De vermelding van de Broodrots door Boudet in La Vraie Langue Celtique
(Boudet 1886: 245)

Ook de Franse auteur Gérard de Sède vermeldde de Broodrots in zijn boek L'Or de Rennes (Le trésor maudit). Hij beschrijft deze rots als een brood dat op een tafel ligt. Verder merkt hij op dat er op dit rotsblok vijf diepe groeven aanwezig zijn die op een handafdruk lijken. Volgens de Sède wordt deze afdruk het 'Hand van de Duivel' genoemd (de Sède 1967). Persoonlijk hebben we deze verweerde klauwen van duivel niet opgemerkt.

Wanneer men nadien vanaf de Broodrots oostwaarts wandelt, dan komt men al snel bij de tweede curieuze rots de Dé terecht.


De Dé of Dobbelsteen

Niet ver van de Broodrots komen we een megaliet tegen die in de volksmond le Dé (Frans voor dobbelsteen) genoemd wordt. Dit impressionante rotsblok draagt deze naam omdat hij in een bepaald opzicht op een dobbelsteen lijkt. In feite is dit een verkeerde naamkeuze, want de megaliet heeft eigenlijk de vorm van een rechthoekige balk van ongeveer 3,20 meter lang en 1,60 meter breed.

Le Dé of de Dobbelsteen zoals deze in het boek van Henri Boudet werd getekend door diens broer Edmond
Le Dé of de Dobbelsteen anno 2012
(Foto © Beauseant 2013)

Henri Boudet schonk zelf ook aandacht aan dit rotsblok in zijn boek La Vraie Langue Celtique. Ook al repte hij geen woord over de steen zelf, toch liet hij door zijn broer Edmond Boudet een tekening van het rotsblok maken om dit op te nemen in zijn boek.

Le Dé of de Dobbelsteen zoals deze in het boek van Henri Boudet werd getekend door diens broer Edmond
Le Dé of de Dobbelsteen zoals deze in het boek La Vraie Langue Celtique (1886)
van Henri Boudet werd getekend door diens broer Edmond


Oude mijnen

In de buurt van la Pierre du Pain en le Dé vindt men enkele oude mijnen, waar de Romeinen de edelsteen jade ontgonnen. Aangezien deze zeer oud zijn, is het uiterst gevaarlijk om ze te verkennen.

De meest van deze mijnen zijn bovendien zeer smal om te betreden, staan onder water of zijn deels ingestort. Het is bij één van deze mijnen dat Philippe de Chérisey gefotografeerd werd toen hij hij de omgeving samen met Pierre Plantard rond 1965 exploreerde.

De jademijn tussen la Pierre du Pain en de Dé
De jademijn tussen la Pierre du Pain en de Dé
(Foto © Beauseant 2013)



Een tweede oude jademijn op de Serbaïrou
(Foto © Beauseant 2013)


De observatierots van Klaas van Urk

Op de top van de Serbaïrou komen we een andere rotsformatie tegen die ook door Boudet beschreven werd in La Vraie Langue Celtique, eveneens op pagina 245:

De rots met het grootste Griekse kruis uit de hele cromleck

Op de rots vinden we inderdaad een heel groot Grieks kruis terug, precies zoals Boudet beweerde. Ernaast bevindt zich ook een kruis van recentere datum dat de laatste 25-30 jaar gemaakt werd door een Fransman die alle belangrijke punten van de cromleck heeft bezocht en gemarkeerd met een omcirkelde achtpuntige Isis-ster of croix pattée. Dit laatste kruis dateert dus van lang na Boudet en speelt dus van geen belang in ons onderzoek.

De rots met het grootste Griekse kruis uit de hele cromleck
De rots met het grootste Griekse kruis uit de hele cromleck
(Foto © Beauseant 2013)

Het is bovendien een rots waar de Nederlandse onderzoeker Klaas van Urk veel belang aan hechtte in zijn boek Zoektocht naar de Heilige Graal en de Ark van het Verbond. Want van Urk merkte iets op wat Boudet niet vermeldde. Achter de liggende rots met het Grieks kruis bevindt zich een tweede rechtopstaande rots, die duidelijk door mensen handen werd bewerkt. Aan de bovenzijde van die rots bevindt zich een uitholling, waardoor deze als een observatiepunt met vizier lijkt te fungeren (van Urk 2003: 82-83).

Wanneer men door het 'vizier' van de observatierots, kijkt men pal op de top van de berg Cardou. Ook de Blanchefort zou zichtbaar zijn volgens van Urk. Van Urk is ervan overtuigd dat deze uitgeholde rots in het verleden heeft gefungeerd als meet-en observatiepunt om bepaalde lijnen uit te zetten. Volgens hem is het niet ondenkbaar dat deze lijnen een bepaalde geheime bergplaats konden aanduiden (van Urk 2003: 83).

De rots met het grootste Griekse kruis uit de hele cromleck
De observatierots van Klaas van Urk
(Foto © Beauseant 2013)


De rots met het grootste Griekse kruis uit de hele cromleck
Het 'vizier' van de observatierots
met zicht op de berg Cardou die oprijst verscholen achter de bomen
(Foto © Beauseant 2013)


Zoals we hier hebben kunnen aantonen, is de Serbaïrou een berg die heel wat stenen verrassingen verbergt. Hij getuigt van vroege menselijke aanwezigheid via de mijnbouw en de al dan niet met de hand bewerkte rotsen. Het zou ons daarom niet verbazen dat er op de berg nog andere mysterieuze zaken verborgen liggen die wachten op ontdekking.




Vorige Home